Las Vegas

Na de avonturen rondom de Virgin en het rustgevende Zion National Parc rijden we vandaag naar Las Vegas. Bij de uitgang worden we uitgezwaaid door onze natuurvrienden. Een hoop eekhoorntjes en een prachtig hert. 

In de middag komen we aan bij Las Vegas. Een mooie goed geoutilleerde camping vol in de zon. Het is hier ongeveer 42 graden. Dus buiten zitten is er niet bij. Op ons gemakje kleden we ons om en aan het eind van de middag bestellen we via Uber een taxi. Binnen 5 minuten staat Alexandro voor onze neus en rijden we richting Las Vegas. Als je van zo een rustige camping in zo een hekselketel terecht komt is het wel even schakelen. 

Alleen al voor het nemen van een foto van het “welkom in Las Vegas”- bord moet je behoorlijk wat geduld hebben. Hierna lopen we de “Strip” op en als we het eerste hotel instappen weten we direct wat Las Vegas is. 

Heel veel uiterlijke vertoning, ongelooflijk veel gokkasten en goktafels en heel veel toeristen. We hadden ons alle vier in een jurkje gestoken om niet al te veel op te vallen. Het overgrote gedeelte van de toeristen loopt echter in een korte broek met hempje. 

De Amerikanen zelf die achter de gokkasten zitten zijn vooral onverzorgd en zeer fors van maat. Vaak passen ze nauwelijks op het bij de gokkast behorende stoeltje. Gokken kunnen we niet, de meiden zijn nog te jong.

We lopen de hele boulevard af en gaan hotel in en uit. Het MGM-hotel (waarin David Copperfield optreedt) met een grote gouden leeuw bij de ingang. Het Bellagio hotel met zijn prachtige fontein die elk kwartier op muziek gaat dansen en met de handgeblazen glazen bloemen in de lodge. Ook stappen we de enorme M&M winkel, waar 4 etages hoog M&M’s en alle maar denkbare aanverwante artikelen worden verkocht. Lisa en Evi kijken hun ogen uit en kopen slechts een halve pound voor bijna 8 euro!!

Halverwege eten we een pizzaatje, terwijl er grote beeldschermen om ons heen staan, waarop we de Boston Red Sox zien winnen van de New York Yankees. Het eten, maar vooral ook het drinken doet ons goed. Het is inmiddels een uur of 10 en nog steeds ver boven de 30 graden. We kunnen er weer even tegen aan en bekijken de volgende hotels met de ongelooflijk veel gokmogelijkheden. In de hotels raken we regelmatig de weg kwijt. Het zijn eigenlijk mini dorpen met winkelstraten, tuinen met bijvoorbeeld mega grote zwanen en lanen met eetgelegenheden. Soms zijn de restaurants heel sjiek, soms zijn het alleen junkfood-zaken à la MacDonalds en soms een rits bistro’s met zeer schaars geklede dames én heren 😄.

We kijken onze ogen uit. Meest bizarre vinden we de Oxygen-bars waar mensen via een neus slangetje gekleurde zuurstof krijgen toegediend. 

Het laatste hotel dat we bezoeken is het Hotel Venetian waar de gondeltjes klaar liggen om iedereen door het hotel te vervoeren. Het plafond is zo gemaakt dat het lijkt of de zon volop schijnt. Heel bijzonder. 

Echt doodop van het slenteren en de vele indrukken regelen we aan het eind van de avond weer een Uber taxi. Binnen 20 minuutjes zijn we thuis en weten we dat de Raiders vanaf volgend jaar een geweldig groot Stadion in Las Vegas gaan krijgen. De taxichauffeur is nu al lyrisch. Hij adviseert ons nog wat meer gokplekken in de stad, maar helaas hebben wij daar geen tijd voor. 

Morgen gaan we richting Mammoth Lake. Hiervoor moeten we eerst Death Valley, weer een woestijn, doorkruisen.